Onderzoeksproject Reductie van ammoniakemissies in de biologische veehouderij
Contacteer onze expert

Laura Peeters
Onderzoekster ILVO
Algemeen kader
Voor biologische varkens-, pluimvee- en geitenhouderijen heeft het project RAMBIO een uitgebreide toetsing uitgevoerd van bestaande gangbare AEA-technieken en PAS-maatregelen aan de biologische wetgeving. De onderzoekers hebben ook de praktische en economische haalbaarheid ervan voor de bio-context beoordeeld. De bevindingen staan netjes in het rapport ‘Screening van ammoniakemissiereducerende maatregelen op toepasbaarheid in de biologische veehouderij en aanbevelingen voor verder onderzoek. Voor de bio-veehouderijen is daarmee per maatregel duidelijk welke knelpunten en/of voordelen er zijn. Ook bio-bedrijven vallen onder de wettelijke verplichting om het stikstofprobleem in Vlaanderen te helpen oplossen.
Onderzoeksaanpak
Na de toetsing van gangbare maatregelen (verenigbaarheid met biologische wetgeving of niet), de literatuurstudie over bruikbaarheid binnen de biologische context en de vastellingen van praktische en economische toepasbaarheid (via besprekingen met de sector en experten) hebben de onderzoekers een categorisering van maatregelen gemaakt. Alle maatregelen werden gestructureerd op basis van emissiereductieprincipe, potentieel, bio-compatibiliteit en haalbaarheid. Tot slot zijn ook de kennishiaten geïdentificeerd. Er blijft een nood aan concrete data over ammoniakemissies en specifiek aangepaste reductiemaatregelen voor bio-veehouders.
Relevantie/Valorisatie
Het RAMBIO-rapport vormt een belangrijke leidraad voor zowel veehouders als beleidsmakers in de zoektocht naar duurzame en haalbare ammoniakreductiemaatregelen binnen de biologische sector. Het onderzoek toonde aan dat concrete, toepasbare oplossingen beperkt beschikbaar zijn en dat verdere studies nodig zijn om effectieve maatregelen te ontwikkelen. Dit heeft geleid tot een vervolgproject (BOWIE), waarin onder andere een meetmethode voor natuurlijk geventileerde stallen met buitenloop wordt ontwikkeld en de effecten van biologische praktijkvoering, zoals temperatuursinvloeden en lagere bezettingsdichtheden, verder worden onderzocht.