Onderzoeksproject Optimale Teelt van eiwithoudende gewassen voor pluimvee voeding

Voltooid OPTIPLUIM
Erwt

Contacteer onze expert

Marta Lourenço Ribeiro Alves

Marta Lourenço Ribeiro Alves

Onderzoekster ILVO

Algemeen kader

Als je aan pluimvee getoaste veldboon en tarwe voedert, afkomstig uit een lokaal geteelde mengteelt, dan presteren de leg- of vleeskippen even goed dan wanneer ze soja in hun rantsoen hadden gekregen. Dat is één van de resultaten van OPTIPLUIM. De onderzoeksvraag van het project luidde: Hoe kunnen akkerbouwers, pluimveehouders én de lokale veevoederindustrie in Vlaanderen aan de slag met in mengteelt geplaatste vlinderbloemige gewassen, als alternatieve eiwitbron voor het pluimvee? Het doel was om zowel te kijken naar de teelt, de verwerking als het gebruik. Een implementatie van vlinderbloemigen in teeltplannen, zeker in mengteelt, vergt nieuwe kennisopbouw, zowel in de conventionele en de biologische landbouw. Qua reductie van antinutritionele componenten uit de zaden kennen we wel verwerkingstechnieken voor de vlinderbloemigen apart, maar niet voor gemengde oogsten. En ook het gebruik bij leghennen en vleeskippen in zowel conventionele als biologische productiesystemen was niet gedocumenteerd. Ten slotte was er ook een laatste vraag, rond de mogelijkheid om ook de gewasresten na oogst van de zaden te valoriseren als voeder: Schuilt hierin een tweede mogelijk eiwitbron, wanneer de resten via aerobe afbraak door witrotschimmels zouden worden bewerkt?

Onderzoeksaanpak

Met veldexperimenten optimaliseerden we een hoger eiwitgehalte door te spelen met de teelttechniek van de mengteelten. We testten verscheidene verwerkingstechnieken om antinutritionele factoren te reduceren, gekopppeld aan de verschillende productiesystemen (conventionele en biologische landbouw, leghennen en vleeskippen). We onderzochten of de gewasresten na oogst konden verwerkt worden via aerobe afbraak door witrotschimmels. We bepaalden de interacties tussen drie elementen: voedersamenstelling, kwaliteit van respectievelijk eieren en kippevlees en de effecten op stikstofexcreties bij de dieren. We analyseerden de duurzaamheid van vlinderbloemige gewassen als alternatief voor soja.

Relevantie/Valorisatie

Uit de veldexperimenten bleek dat de mengteelten veldbonen x triticale en veldbonen x tarwe de hoogste opbrengsten leverden. Hogere zaaidosissen leidden niet noodzakelijk tot hogere opbrengsten. Het inkuilen van de geoogste zaden scoorde als techniek om de anti-nutritionele factoren te reduceren beter dan hitte-behandelingen zoals toasten, expansie of extrusie. Voeders met de hitte-behandelde mengteelten van veldbonen x tarwe als alternatieve eiwitbron resulteerden in minstens even goede dierprestaties bij braadkippen en leghennen als een soja-gebaseerde controlevoeder. Ook de kwaliteit van het vlees en eieren werd weinig tot niet beïnvloed bij het gebruik van de mengteelt in het rantsoen. Aerobe fermentatie door witrotschimmels is tot slot niet te bestempelen als een economisch haalbare techniek om gewasresten te valoriseren.

Financiering

VLAIO